Het hout : herkomst en legaliteit

De klimaatverandering komt steeds dichterbij. Logisch dus dat we aan het milieu denken bij de keuzes die we maken. Hout mag dan een natuurlijk, hernieuwbaar en energiezuinig materiaal zijn, het bosareaal blijft wereldwijd wel krimpen. Aangezien we in Europa voor meer dan 90% Europees hout verwerken en valoriseren, zijn we sterk aangewezen op ons eigen continent. Dankzij nieuwe aanplantingen, maar ook doordat het bos sneller aangroeit dan er jaarlijks gekapt wordt, blijven de Europese bossen uitbreiden. Dat is belangrijk, maar het mag ons niet blind maken voor de situatie van de tropische wouden. Welke maatregelen neemt Europa om de legale herkomst van ingevoerd en Europees hout te garanderen?

© S. Boldrini

 

Het FLEGT-programma 

In 2003 heeft de Europese Commissie een actieplan opgesteld om de illegale houtkap en handel in illegaal hout te bestrijden. Dat plan kreeg de naam FLEGT (“Forest Law Enforcement, Governance and Trade” of “Wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw”) en wil dus de illegale houtkap bestrijden en duurzaam bosbeheer bevorderen in landen die hout exporteren naar Europa. 

De uitvoering van het plan kreeg in 2005 concreet vorm door de FLEGT-verordening (Europese Verordening 2173/2005). Dankzij deze verordening moeten hout en houtproducten die naar Europa worden uitgevoerd, voldoen aan de nationale wetgeving van het producerende land. 

Sinds 2008 zijn, overeenkomstig de uitvoeringsverordening (1024/2008), de exporterende landen die een “vrijwillige partnerschapsovereenkomst” of “VPA” met Europa hebben, gebonden aan het systeem. Hout en houtproducten worden gecontroleerd wanneer zij het Europese continent binnenkomen. Ze moeten een vergunning hebben, die garandeert dat de producten in alle lidstaten legaal zijn. Dat betekent dat de producten zijn geoogst, vervoerd, verwerkt, gekocht of verkocht overeenkomstig de nationale en/of plaatselijke wetgeving. 

Er werden minimumvoorwaarden opgesteld waaraan hout en houtproducten moeten voldoen binnen een VPA, onder andere het naveleven van volgende zaken: 

– de milieuwetgeving 

– het recht op werk en het respect voor de lokale bevolking 

– deelname van de betrokken partijen 

– exploitatierechten 

– grond- en eigendomsrechten 

– belastingregels en invoer- en uitvoerrechten 

– de transport- en uitvoerprocedures 

Dit zijn de belangrijkste eisen om een vergunning te kunnen krijgen. Een onafhankelijk controleorgaan gaat na of het uitvoerende land de voorschriften heeft nageleefd en Europa dat heeft gecontroleerd. 

In 2021 hebben Indonesië, Kameroen, Ghana, Liberia, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Congo een vrijwillige partnerschapsovereenkomst met Europa gesloten. 

In het kort :

De Europese Unie (EU) heeft een plan (FLEGT) opgezet om illegale houtkap te bestrijden en duurzaam bosbeheer te bevorderen. Dit plan is sinds 2008 van kracht. Het bestaat uit een overeenkomst (Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst) tussen het exportland en de EU. Hout uit deze landen heeft een vergunning die bij binnenkomst in de EU wordt gecontroleerd. Dit is een garantie dat het hout van legale oorsprong is en dat de hele verwerkingsketen van het hout voldoet aan de nationale wetgeving. 

Volledige verordening 

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32005R2173&from=NL 

© Hout Info Bois

 

Houtverordening van de EU – EUTR

Europa heeft nog een wetgeving ingevoerd om de nadelige sociale, economische en ecologische gevolgen van illegale houtkap tegen te gaan. Dit is de houtverordening van de Europese Unie of EUTR, die op 20 oktober 2010 werd aangenomen en vanaf 3 maart 2013 van kracht is.  

Deze verordening verbiedt de levering, wanneer voor het eerst op de Europese markt gebracht, van hout of houtproducten die zijn geoogst in strijd met de in het land van de kap geldende wetgeving.   

Zo moeten marktdeelnemers (natuurlijke of rechtspersonen die voor het eerst hout of houtproducten op de markt brengen – bv. een importeur) sinds 2013 een stelsel van zorgvuldigheidseisen opzetten wanneer zij voor het eerst hout of houtproducten op de markt brengen, om het risico te beperken dat illegaal gekapt hout in omloop komt (let wel: dit geldt niet voor eigenaars die hout op stam verkopen, maar wel voor eigenaars die hout langs de weg verkopen of voor bedrijven die hout opkopen en na de kap doorverkopen). 

Deze verordening is zowel van toepassing op hout van buiten de EU als op hout uit de EU dat voor het eerst op de markt wordt gebracht. 

Het stelsel van zorgvuldigheidseisen omvat verschillende procedures die de marktdeelnemers moeten volgen. 

  1. Maatregelen en procedures voorzien om toegang te bieden tot informatie, zoals de beschrijving van de soort of het houtproduct, de handelsnaam van de soort, de wetenschappelijke naam van de soort, het land waar het hout is gekapt, de hoeveelheid, de contactgegevens van de leverancier, documenten waaruit blijkt dat het hout of de houtproducten aan de geldende wetgeving voldoen, …
  2. De risicobeoordelingsprocedures vermelden waarmee de marktdeelnemer het risico dat illegaal gekapt hout of daarvan afgeleide houtproducten op de markt worden gebracht, kan analyseren en inschatten.
  3. Tenzij het risico dat tijdens de hierboven vermelde risicobeoordelingsprocedures aan het licht is gekomen, verwaarloosbaar is, moet men ook de risicobeperkingsprocedures vermelden, die bestaan uit een reeks passende en evenredige maatregelen en procedures om het risico daadwerkelijk tot een minimum te beperken, eventueel met de vraag naar aanvullende informatie of documentatie en/of de vraag naar verificatie door een derde partij. 

De traceerbaarheidsverplichting houdt in dat handelaren (natuurlijke personen of rechtspersonen die in het kader van een handelsactiviteit reeds op de binnenlandse markt gebracht hout of houtproducten verkopen of aankopen op de binnenlandse markt1, bijvoorbeeld een houthandelaar die niet importeert), in de hele toeleveringsketen de marktdeelnemer(s) en de handelaar(s) die het hout en de houtproducten hebben geleverd, evenals de handelaar(s) aan wie zij het hout en de houtproducten hebben geleverd, kunnen identificeren. 

De lidstaten zorgen ervoor dat de marktdeelnemers, handelaren en controleorganisaties worden gecontroleerd. In geval van overtreding zijn er sancties voorzien.  

  • boetes in verhouding tot de milieuschade, de waarde van het hout of de houtproducten, de gederfde belastinginkomsten en de economische schade als gevolg van de inbreuk, enz; 
  • inbeslagneming van het hout of de houtproducten in kwestie 
  • onmiddellijke schorsing van de vergunning voor het uitoefenen van een commerciële activiteit

In het kort :

De Europese Unie heeft ook een wetgeving uitgevaardigd om de gevolgen van illegale houtkap op sociaal, economisch en ecologisch vlak te bestrijden. De Houtverordening van de Europese Unie (EUTR) verbiedt sinds 2013 het op de Europese markt brengen van illegaal hout van zowel Europese als niet-Europese oorsprong. 

Importeurs moeten dus een zogenaamd stelsel van zorgvuldigheidseisen voorzien wanneer zij hout voor het eerst op de markt brengen. 

Handelaren van hun kant moeten hun klanten, maar ook hun leveranciers kunnen traceren. 

Op de naleving van deze regels wordt toegezien door de lidstaten. 

Volledige verordening: 

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32010R0995&from=EN 

 

De laatste verordening van de Europese Commissie voor het beperken van de ontbossing en de bosdegradatie waarvoor de Europese Unie verantwoordelijk is (2023/1115) – EUDR

De Europese Unie stelde vast dat de bestaande Europese wetgeving (Europese Houtverordening of EUTR in het Engels) voornamelijk gericht was op het bestrijden van illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel, maar niet rechtstreeks op ontbossing. Naar aanleiding daarvan werd op 6/12/2022 een nieuwe ontwerpverordening goedgekeurd. Ze breidt de actieradius van de Europese Houtverordening fors uit en zal ze vanaf de toepassingsdatum vervangen. De nieuwe verordening zal waarschijnlijk in mei of juni 2023 in werking treden en zal vanaf december 2024 van toepassing zijn (juni 2025 voor de kmo’s). De nieuwe verordening, waarvan de afkorting EUDR luidt (EU Deforestation Regulation), voorziet erin dat hout en ervan afgeleide producten die vóór haar inwerkingtreding geëxploiteerd worden en na haar toepassingsdatum verhandeld worden, gedurende 3 jaar in overeenstemming met de verordening beschouwd zullen worden.

Europa is namelijk verantwoordelijk voor 16% van de ontbossing die met de internationale handel gepaard gaat. Bepaalde producten zoals sojabonen, rundsvlees, palmolie, koffie en cacao, rubber, houtskool, op papier gedrukte producten en hout kunnen de oorzaak zijn van aanzienlijke ontbossing. De invoer van en de handel in deze producten dragen indirect bij tot ontbossing.

De verordening zal de terbeschikkingstelling van deze producten op de Europese markt en daarbuiten verbieden als zij afkomstig zijn uit gebieden waar na 31/12/2020 ontbossing heeft plaatsgevonden.

De operatoren zijn steeds ondernemingen die houtproducten op de Europese markt brengen, maar ook ondernemingen die vanuit Europa exporteren. Producenten van dergelijke producten die ze in Europa op de markt willen brengen, zullen aan de hand van satellietbeelden moeten aantonen dat er vóór de productie geen ontbossing heeft plaatsgevonden.

De zorgvuldigheidseisen maken de aangewezen evaluatiemethode uit (verzamelen van informatie, risicoanalyse en de beperking hiervan).

Er zullen aanzienlijke financiële sancties worden opgelegd, die gepaard kunnen gaan met de inbeslagneming van goederen of de verplichting om de activiteiten van de Europese onderneming te staken.

 

Volledige verordening: 

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32010R0995&from=EN