© Lignum |
Afrikaanse padoek, basralocus, purperhart, sapupira, bossé, tamme kastanje, Europees eiken, cumaru, framiré, ipé, iroko, jarrah, kapur, louro gamela, makoré, merbau, moabi, niangon, sapelli, sipo, tiama, tola, panga-panga, wengé, jatoba, itauba, afzelia, tatajuba, movingui, Western Red Cedar …
Ook spintvrij of volgens procédé A3 (buitengebruik zonder grondcontact) verduurzaamd lorken en oregon behoren tot de mogelijkheden. Voor het bekleden van gevels kunnen ook minder duurzame houtsoorten zoals vuren en grenen worden gebruikt mits ze eerst een professionele verduurzaming (procédé A3), een hittebehandeling, een chemische houtmodificatie (acetylering) of een furfurylering hebben ondergaan. Door hittebehandeling, acetylering of furfurylering verhoogt de duurzaamheid en vormstabiliteit, zodat het hout een levenlang meegaat zonder te vervormen.
Raadpleeg ook de overzichtstabel Houtsoorten voor buitengebruik (doc)
© Lignum |
© Hout Info Bois |
© Hout Info Bois |
De beschadiging is relatief oppervlakkig (ongeveer 0,1 mm diep), maar ze kan onesthetisch ogen. De weggeknaagde zones contrasteren met de rest van de bekleding omdat op die plekken de natuurlijke kleur van het hout opnieuw aan de oppervlakte komt. De insectenvraat ziet er uit als dunne lijnen van 2 tot 3 mm breed en enkele cm lang. Over het algemeen lopen ze parallel met de draad van het hout en meestal langs de zachtste delen van de groeiringen, zoals het vroeghout bij naaldbomen, maar ze kunnen ook diagonaal voorkomen. Na verloop van tijd vergrijzen en verweren de beschadigde zones samen met de rest van het hout. Ze worden dus op een natuurlijke manier minder zichtbaar, hoewel het reliëf licht uitgehold zal blijven.
In de handel zijn producten van het type ‘contactinsecticide’ verkrijgbaar om de planchetten mee te behandelen. Maar: omdat het bij gevelbekleding vaak om grote oppervlaktes gaat, omdat de schade enkel van esthetische aard is en ze de bekleding nooit diepgaand aantast, en omdat de aangevreten zones na verloop van tijd toch minder zichtbaar worden door de natuurlijke vergrijzing, lijkt het ons niet noodzakelijk om het hout daarmee te behandelen. Een behandeling kan absoluut overwogen worden wanneer de wespenaanvallen massaal en frequent voorkomen, maar het product zal dan wellicht regelmatig aangebracht moeten worden voor een continue effectiviteit.
De Duitse en de gewone wesp mogen niet verward worden met de (blauwzwarte) houtbij (Xylocopa violacea), die een heel andere morfologie heeft dan de eerste twee. De houtbij graaft met behulp van zeer krachtige onderkaken echte galerijen in het hout. Deze ‘nesttunnels’ hebben een diameter van 10-12 mm, ze lopen parallel aan de houtnerf, en soms zijn ze met elkaar verbonden. De vrouwelijke houtbij verdeelt de galerijen in kamertjes die ze van elkaar scheidt met een tussenschotje van ‘houtpasta’, een mengsel van zaagsel en speeksel. In elk kamertje legt ze telkens één eitje. Na het uitkomen verpoppen de larven en verlaten ze het nest. Gezien de omvang van de galerijen en het grote aantal dat naast elkaar kan voorkomen, kan de houtbij wél aanzienlijke schade veroorzaken. De toepassing van een curatief contactinsecticide is in dit geval zeker aangewezen. En als er aanvallen van houtbij in de directe omgeving geweest zijn, is ook een preventieve behandeling sterk aangeraden.
Houten gevelbekleding moet minstens 15 mm dik zijn – 18 mm is ideaal. Voldoende ruimte achter de massiefhouten planken garandeert een goede ventilatie. Zo droogt het hout sneller na regenweer, wat de levensduur verlengt. Met een dampopen en waterkerend scherm voorkomt u vochtinfiltratie. In contact met hout kunnen metalen corroderen. Gebruik daarom roestvrije schroeven en nagels.
Meer over de uitvoering van buitenbetimmering (binnenkort beschikbaar)
Meer over de corrosie van metalen door hout (doc)
Hoe voorkomt u zwarte vlekken rond de bevestigingsmiddelen van gevelbekledingen? (doc)
Meer over de uitvoering van gevelbekleding (doc)
© Hout Info Bois Bur. Archimède arch. E Meeckers |
© Hout Info Bois Arch. Jacobs |
Meer over de brandreactie van bouwproducten op basis van hout (pdf)
Technische specificaties over schrijnwerkhout (download STS 04.2)
© Architect Yves Catrie © Huisraad www.huisraad.be |
Afwerking van houtsoorten met hoge duurzaamheid
Houtsoorten met een hoge duurzaamheid (kernhout van klasse I-II) hebben eigenlijk geen extra bescherming nodig. Toch vergrijst het hout onder invloed van het klimaat en krijgt het oppervlaktescheurtjes. Wilt u daaraan wat doen? Dan kunt u het hout een laag dekkende verf geven. Ook nietdekkende behandelingen zijn mogelijk:
© Hout Info Bois |
Afwerking van houtsoorten met gemiddelde duurzaamheid
Ook houtsoorten met een gemiddelde duurzaamheid (kernhout van klasse III) hebben in principe geen extra verduurzaming nodig. Toch kan eenzelfde lot soms minder duurzame planken bevatten. Daarom is vóór de afwerking een behandeling aangewezen met een C1-product. Daarmee behandelt u het hout doeltreffend tegen schimmels, insecten en verblauwing.
Afwerking van houtsoorten met geringe duurzaamheid
Voor weinig duurzame houtsoorten dringt zich eerst een verduurzaming (doc) volgens procedé A3 op of een hittebehandeling (doc), of een acetylering, of een furfurylering. De behandelingen gaan de natuurlijke vergrijzing niet tegen.
Hoe zit het met het onderhoud van mijn houten gevelbekleding ?
De onderhoudsfrequentie van een gevelbekleding die werd afgewerkt met C2-producten is sterk afhankelijk van de expositie. Een gevel die zuidwest is geörienteerd zal na ongeveer 3 jaar aan een onderhoudsbeurt toe zijn terwijl een gevel naar het oosten of noordoosten gericht bijvoorbeeld pas na ongeveer 8 à 10 jaar aan onderhoud toe is.
De verschijning van kleine onesthetische grijze vlekjes geeft het juiste ogenblik aan waarop de gevel aan onderhoud toe is.
Het onderhoud beperkt zich tot het lichtjes schuren met fijn (bvb korrel 200) schuurpapier, gevolg door het aanbrengen van 1 laag C2-product.
© Hout Info Bois | © Hout Info Bois Bur. Trait Architects arch. F. Norrenberg |
Hout Info Bois Arch. A. Costa |
Western Red Cedar koppelt een lage volumieke massa aan een hoge duurzaamheid. Dat maakt het geschikt voor buitenbetimmering. Verwerken, spijkeren en schroeven gaan gemakkelijk.
Onbehandeld cederhout
Western Red Cedar vereist geen verduurzaming. Toch moet het – zeker als gevelbekleding – vrij zijn van niet-duurzaam spint. Onbehandeld vergrijst het hout onder invloed van uv-licht, waarbij de kenmerkende kleurverschillen – van strogeel tot donkerbruin – vervagen. Het hout vraagt geen onderhoud en gaat tientallen jaren mee.
Western Red Cedar is in zekere mate gevoelig voor lichtbruinachtige vlekvorming in gevolge het migreren van zijn wateroplosbare inhoudsstoffen en voor zwartachtige of groenachtige verkleuringen ten gevolge de aanwezigheid van meeldauw of algen. Hoewel deze verkleuringen op technisch vlak (duurzaamheid en mechanische eigenschappen) geen enkel probleem vormen kunnen ze esthetisch zeer storend zijn. Wilt u deze verkleuringen voorkomen ? Volgende aandachtspunten – die overigens voor alle gevelbekledingen van toepassingen zijn – dient u zorgvuldig op te volgen :
Staat de onbehandelde gevelbekleding bloot aan bijvoorbeeld sterke luchtverontreiniging ? Dan wordt het hout donkergrijs tot zwartachtig, in plaats van mooi zilvergrijs. Dat is het geval in bijna alle stedelijke gebieden, langs drukke wegen en in de buurt van zware industrie. Reinigen kan met producten op basis van detergent en javel of in hardnekkige gevallen met javelwater. Vergeet niet om na het reinigen met een borstel (deze mag geen metaal bevatten) te spoelen met water om bleke vlekken achteraf te vermijden.
Ook lichtbruine vlekvormige verkleuringen, meeldauw, of algengroei kan u op deze wijze verwijderen.
Voor het verwijderen van ontsierende lichtbruinachtige vlek- of kringvorming ingevolge migratie van wateroplosbare inhoudsstoffen kan u ook een oplossing van 50 % methylalcohol in water gebruiken.
Een afwerking met een gepigmenteerde buitenbeits maakt het houtoppervlak gladder, zodat vervuilende stoffen zich moeilijker vasthechten.
Western Red Cedar dreigt te verblauwen. Daarom is een C1-behandeling vóór de afwerking aangewezen.
Western Red Cedar bevat een aantal inhoudstoffen die in water oplossen en corrosie van metalen veroorzaken. Kies daarom voor dakelementen uit roestvrij staal of gedesoxydeerd koper van minstens 0,8 dik (CuP of SFCu volgens DIN 1787). Geef dakgoten ook voldoende helling, zodat het water afkomstig van het koper zo weinig mogelijk in contact komt het water dat van het hout komt.
Meer over de corrosie van metalen door hout (doc)